trotse zoon van een kuisvrouw - proud son of a cleaning lady
Een vallende ster zien, trailcams ophangen, alweer zoveel kleren aantrekken, blij zijn met regen... Om zulke dingen te weten te komen, lees je waarschijnlijk mijn blog. Jammer voor jou dat ik ook over het huishouden zal schrijven dan. Geen verplichte lectuur.
A shooting star, hanging trailcams, putting on a lot of clothes àgain, being happy with rain… You probably read my blog to catch up with these kind of things. Pitty for you that I’ll inform you about the housekeeping then. But hey, no obligated must-read.
Raad wie. “Heb je een keukenhanddoek mee? En een stofdoek? Een schotelvot? Een sponsje? Ga je daar een strijkijzer hebben? Weet je op hoeveel graden je alles moet wassen? Moet je niks meedoen om je ramen te kuisen? Heb je daar een stofzuiger?...” De antwoorden blijf ik je niet schuldig: “Ja, ja, ja, ja, nee, het internet hé mama, nee, misschien.” Nog in België kon ik me soms wel wat ergeren aan de (grote proporties aan) vragen, ook al weet ik dat die goed bedoeld waren. Maar eenmaal hier was ik toch blij dat ik het allemaal mee had, en dan heb ik het zelfs over het uitgeprinte A4-blad met wasinstructies. Qua kuisgerief kom ik hier niet bepaald iets te kort.
De was doen heb ik al eerder gedaan: zowel thuis als in het opvangcentrum voor vogels en wilde dieren. Het enige verschil tussen de twee is dat je bij eentje eerst de stront wat moet uitkloppen alvorens de was in de machine te steken. Met spijt in het hart moet ik daardoor dan ook meegeven dat ik hier nog geen al te hilarische toestanden heb gecreëerd: ik kan nog steeds in al mijn wollen truien, kleding met schimmel op heb ik nog niet gehad en de opmerkingen over de kreuken in mijn hemden blijven binnen de perken. Slechts een enkele keer heb ik me laten vangen, namelijk met de timer in de wasruimte. Die timer zorgt er voor dat de wasapparatuur geen stroom meer krijgt na 20u ’s avonds. Dat vinden de bovenburen van de wasruimte zeer tof. Dat vond ik iets minder tof, toen ik om 20.35u het washok inkwam, hopend op vers gewassen kleren. De kleren waren inderdaad nat, maar gewassen is niet echt het best beschrijvende woord. De wasmachine zei na 9 minuten werk ‘slaapwel’, waardoor mijn was voor de resterende 35 minuten met de vingers kon draaien, in plaats van de wastrommel. “Kan gebeuren”, dacht ik, dan doe ik het morgen wel verder. Maar omdat de was net iets té nat was naar mijn goesting, stak ik eerst nog alles even in de centrifuge. Alle was erin, deksel dicht geklikt… En dan beseffen dat die centrifuge natuurlijk ook niet zal werken, aangezien alle apparaten op datzelfde elektriciteitsnet aangesloten zitten. Dus de was moest er terug uit. Elke knop ingedrukt, noodstop gebruikt, niks hielp, natuurlijk. Dan droop ik maar terug af naar mijn kamer, waar ik voor het eerst in weken nog eens een wekker om 7u moest zetten, om toch maar als eerste de waskamer terug in te kunnen met actieve wasapparaten.
Verder kook ik hier praktisch dagelijks. Een fijnproever ben ik niet, dat werkt in mijn voordeel. Ik jas wat dingen in een pan, ik steek (meestal) het juiste vuur aan en zorg dat niks aanbakt. Ik doe hier trouwens ook voor het eerst mee aan veertig-dagen-zonder-vlees. Ik reageer al lang niet meer allergisch op vegetarisch eten, het is ook echt niet zo moeilijk om dat te doen. Je helpt er de wereld mee en je bespaart een ton geld (vooral hier dan) aan het vlees dat je normaal zou kopen. “Heb je dan wel genoeg, voel je je niet superslap, mis je het niet?” Jazeker, neezeker en somszeker. Een extra groente of vleesvervanger kopen is nog steeds budgetvriendelijker dan veertig-dagen-met-vlees, buiten vitamine B12 vind je écht alles terug in vegetarisch eten en natuurlijk smaakt een hamburger nog even lekker als voordien. Oké. Ik heb al vals gespeeld. Een paar keer zelfs. Maar dat is zelfs niet zo erg, dat mag, want sowieso at ik (veel) minder vlees dan ik normaal eet tijdens het jaar. Zo at ik bijvoorbeeld een kommetje vissoep in Bygoene, Noorwegen, aangeboden in de enige eetgelegenheid van het dorp van tweehonderd inwoners. In dit dorpje heb ik trouwens ook na een saunabezoek in de Arctische Oceaan geplonsd met zwembroek, leuk detail.
Naast de was en koken, houdt huishouden ook gewoon kuisen in. Ik ben thuis daarin goed getraind: stof afdoen, opruimen, kamer vegen, afwassen, de pruik uit het doucheputje trekken en met een lang gezicht in de emmer kieperen, en ga maar even verder. Het ene gebeurt al meer frequent dan het ander hier, maar je kan geen stofkonijntjes zien rondhuppelen, de kleur van de vloer kan je wel nog zien en de enige levende vertebraten in ons appartement zijn van menselijke oorsprong. Ik waande me zelfs even Sien en Maria tegelijk toen ik de eerste week de fruitschaal van dichterbij bekeek, nadat een specifieke geur me er de aandacht toe had getrokken. Nu weet ik bijvoorbeeld dat fruit droevig kan kijken, dat wanneer je peren laat staan die gewoon keihard worden en kan ik me ook een beeld scheppen over Jeruzalem toen ‘het bloed er kniehoog stond’ na een wedstrijdje slachten. Laten we het erbij houden dat ik blij ben dat mijn balkon niet op de begane grond is.
In de volgende post schrijf ik over reizen naar Helsinki, Lapland en Savonlinna, en vermeld ik ook wat diersoorten die ik op mijn netvlies geprojecteerd kreeg.
-
Guess who. “Do you already have a kitchen towel? And a duster? A dishcloth? A sponge? Will there be an iron? Do you know how hot you have to wash your clothes? Don’t you need to bring something to clean your windows? Is there a vacuum cleaner?...” For those interested in the answers: “Yes, yes, yes, yes, no, internet mom, no, maybe.” Still in Belgium, I do got quite annoyed by (the large amount of) questions raised, although I know those are all meant well. But once I got here, I have to say that I was glad to already have all of these things with me, even that printed A4-sheet of wash instructions. In terms of washing equipment, I’m pretty stashed.
I’ve done the laundry before: as well as at home as at the wildlife rescue centre. The only difference is that you first have to whip out the shit in one of the two, before putting it into the machine. With huge regrets, I have to admit that I haven’t created any hilarious situations because of that: I can still wear my woollen sweaters, I haven’t had any moult yet and comments about the rumples in my shirts stay to a minimum. Just ones, I’ve let control slip out of my hands, because of the timer of the laundry room. That timer cuts the electrical current to the washing machines after 20.00u. That’s very nice for the upstairs neighbours of the laundry room. It was less nice for me when I entered the laundry room at 20.35u, hoping for freshly washed clothing. The clothes were wet, yes, but washed is not really a word that described it. The washing machine said ‘goodnight’ after 9 minutes of work, which resulted in 35 more minutes of waiting for my clothes before papa came to get them again. “Can happen.”, I thought, “I’ll do the rest tomorrow.” But because the clothes were just a bit too wet for me, I decided it was a good idea to put them all in the centrifuge and close the lid... The realization of the centrifuge not being able to do anything without current came too late. I had to get that laundry out somehow. I pushed every button, used the emergency switch, nothing helped. Of course. I pulled myself back to my apartment, where I had to put an alarm clock at 7u for the first time in weeks, just to be the first person to be in the laundry room and safe my babies.
Going on: I cook here almost every day. I’m not really a gastronomist, that’s a big plus for me. I throw some eatable things in a pan, I (most of the times) put on the right cooker and make sure nothing burns. For the first time, I also participate in a new Flemish tradition called forty-days-without meat. You could see it as a replacement for the fasting for Christians, but instead of eating less, you just eat vegetarian meals. “But can you fill yourself without meat, don’t you feel very weak, don’t you miss meat?” Jep, nope and sometimes. Buying an extra vegetable or meat substitute is still more budget-friendly than forty-days-with-meat, next to vitamin B12, you really do get àll the nutritions you need and of course is a hamburger just as tasty as it was before. Okey. I’ve already cheated, I admit. Not just once. But that’s not even a bad thing, it’s okey, because I eat less meat than normal anyway, and that’s the point of the whole concept. For instance, I ate a bowl of fish soup in Bygoene, Norway, served in the only restaurant of the town of two hundred inhabitants. In this same village, I’ve also done a sauna visit followed by a dive into the Arctic Ocean, by the way.
Besides washing and cooking, the household also involves cleaning. I’m a trained man involving cleaning: dusting, cleaning up, swiping the floor, doing dishes, pulling a wig out of the shower gulley and transferring that to the bin with a rather long face, it goes on and on. One thing happens more often than the other here, but you’ll never see dust bunnies hopping around, you’ll always be able to see the colour of the floor and the only life vertebrates in our apartment are of human nature. I felt like one of the ladies of ‘clean and bold’, a British television show about two cleaning ladies visiting rather ‘unfresh’ houses. I now know that fruit can look sad, pears can get hard as stone if you leave them and I can bring up images of Jeruzalem when killing was there national sport and ‘the blood was knee high’. Let’s but it this way: I’m happy my balcony is not on main level.
In the next post, I’ll write about travelling to Helsinki, Lapland en Savonlinna, and I also mention some animal species which got projected on my retina.