stront voor een zeehond - stool for a seal
Het leven in een opvangcentrum voor wilde dieren vijf maanden missen? Niet deze kerel. De wilde dieren afdeling van Helsinki Zoo was zo gastvrij om me een week te laten meedraaien. Om tot daar te geraken roadtripte ik met mijn ouders een week lang van Joensuu naar Helsinki.
Missing the wildlife rescue life for five months? Not this guy. The wildlife department of Helsinki Zoo was very hospitable and let me work with them for a week. To get there, I roadtripped with my parents for a week from Joensuu to Helsinki.
Kan je in een week tijd heel Finland zien? Nee en ja. Nee, want daarvoor is het te groot en uitgestrekt. Ja, want het land bestaat uit slechts vier hoofdingrediënten: sneeuw, bomen, meren en sauna’s. Het was dan ook zeer de vraag wie het meeste plezier beleefde aan deze vier factoren. Met zekerheid kan ik zeggen dat ik de winnaar ben bij de laatste twee hoofdingrediënten, want zowel voor mama als papa was het de allereerste keer dat ze doelbewust een zweethut binnenstapten. Een extra applaus voor mama, die het ook aandurfde om af te koelen in het ijswater van het meer naast de sauna! Dit alles ondersteunt door bikini of zwembroek, moest je het je afvragen.
De huurwagen nam ons mee van Koli nationaal park in zowat het midden van Finland tot Helsinki, het uiterste zuiden van het land. Met andere woorden: elke dag zagen we steeds minder sneeuw vallen en/of op de grond liggen. Dat was voor mij welgekomen, en volgens mij ook voor mijn ouders. De eerste dag in Koli, waar toen nog steeds een metertje sneeuw lag, had ik hen meegenomen naar de top van de berg. Het hoeft niet gezegd dat ik niet de meest comfortabele route had uitgekozen, en zelfs papa (1,89 m) bij momenten tot ver over de knieën in de sneeuw wegzakte. In volgorde zullen we Joensuu, Savonlinna, Mikkeli, Lappeenranta, Kotka, Nuuksio en Helsinki herinneren als mijn thuishaven, de stad met het grote kasteel, de stad met het oorlogsmuseum, de stad met de jachthaven, het nationaal park met de loopplanken, het nationaal park waar we witstaartherten en reeën over de weg zagen lopen en de stad waar alles duur is. Want jawel, dat was nog niet veranderd sinds de laatste keer dat ik er was.
Het was een toffe week samen met (en op kosten van) mijn ouders hier in Finland. We namen uiteindelijk terug afscheid na het eiland van de zoo van Helsinki te hebben bezocht. De tijd was voor mijn ouders gekomen om terug te keren naar België, voor mij was de tijd gekomen om een telefoontje te plegen… naar Ville, de verantwoordelijke van ondermeer het opvangcentrum voor wilde dieren binnenin de zoo. Al snel vonden we elkaar en werd ik een volledig uniform aangemeten: schoenen, broek, T-shirts, trui, vest, regenjas, badge en sleutel werden de mijne voor een week. Ville begeleidde me naar de quarantaineafdeling van de zoo, gelegen op een schiereilandje aan het hoofdeiland van de zoo. De quarantaine is gehuisvest in een zeer modern gebouw waar sinds 2007 een professioneel opvangcentrum is ingericht. Sinds Finland bij de Europese Unie hoort, was die quarantaineafdeling veel minder vaak in gebruik geraakt, aangezien alle zoodieren die binnen de Europese Unie worden verhuisd niet meer in quarantaine hoeven. Jaarlijks komen hier zo’n duizendtal wilde dieren over de vloer.
Het was zeer interessant om zien hoe het opvangcentrum wordt gerund. Er zijn natuurlijk veel gelijkenissen met de Vlaamse opvangcentra, maar er waren ook een aantal opvallende verschillen. Zo doet het opvangcentrum geen enkele interventie: alles wordt ofwel gevangen en gebracht door de brandweer, ofwel door de vinder. Het dier wordt dan afgegeven aan de ingang van de zoo, waarna iemand van het personeel het dier binnenin de zoo vervoerd naar het opvangcentrum. Een ander verschil is dat het opvangcentrum enkel door vaste medewerkers wordt gerund, zonder steun van vrijwilligers.
Doordat Helsinki grenst aan de Oostzee, komen hier vaak (grijze) zeehonden over de vloer. Het ideale moment voor mij dus om te leren omgaan met deze dieren. Het werd nog maar eens duidelijk dat je de dieren in het wild beter met rust laat: ze zijn echt niet zo lief als ze er uitzien. Zelfs de jonge pups die nog geen tien kilogram wegen proberen met veel passie een vingertje te scoren van de verzorgers. Op dit moment kan ik nog steeds tot tien tellen met behulp van mijn vingers, daarvoor moet ik Anne, Paula en Andrea bedanken, die mij in sneltempo de kneepjes van het vak aanleerden. Verder speende ik ook jonge (rode) eekhoorntjes, verhuisde ik een bosuil naar een grotere kooi, gaf ik heel wat egels te eten, hielp ik een raaf verzorgen en speelde ik als een klein kind met de trekluiken van de lege binnenkooien. Ooit dienstgedaan voor leeuwen en tijgers, nu een geweldige luxeaccommodatie voor het opvangcentrum voor wilde dieren.
“Maar waarom die titel?” hoor ik je denken. Wel, tijdens mijn verblijf in Helsinki Zoo hadden we een zeehond in opvang wiens stront niet bepaald vormvast te noemen was. Als laatste hoop op beterschap had dierenarts Sanna het lumineuze idee om een stronttransplantatie uit te voeren. Deze behandeling kent veel positieve resultaten bij mensen, waarom zou het dan niet bij zeehonden werken? Probeer je het volgende niet al te visueel voor te stellen: een sonde ging oraal en anaal in de onfortuinlijke zeehond, met aan het andere uiteinde telkens een spuit met sterk verdunde stront van een gezonde zeehondenpup. Na het inspuiten van het goedje was het een kunst om de sonde op de juiste plaatsen vast te houden, om geen onnodige ongemakken voor onszelf te creëren. En wat blijkt, nu een maand later? De zeehond stelt het veel beter en produceert terug stront om u tegen te zeggen. Of het effectief de strontbehandeling, dan wel de antibioticakuur was voorafgaand daaraan die het hem deed, dat is nog de vraag. Maar het dier wordt hoogstwaarschijnlijk over enkele maanden vrijgelaten, en dat is tenslotte wat telt.
Het einde van mijn Erasmusproject nadert, net als het einde van deze blog. Je mag nog posts verwachten over mijn trip naar de Baltische staten, naar Lapland (bis) én over het afscheid van dit fantastische avontuur!
-
Can you see the whole of Finland in a week time? No and yes. No, because it’s too big and vasty for that. Yes, because the land consists of just four main ingredients: snow, trees, lakes and sauna’s. The biggest question should be who has got the most amount of pleasure from these four factors. With certainty I can say I’m the winner of the last two ingredients, because it was the first time to go into a sweat lodge for my mother ànd my father. An extra applause is to be given for my mother, as she also dared to go into the icy water of the lake right next to the sauna! All of this was supported by a bikini or swimming pants, if you wondered.
The rental car took us from Koli national park in somewhat the middle of Finland to Helsinki, the far south of the country. In other words: every day, we saw less snow falling from the sky/laying on the ground. A gift from the gods for me, and I assume also for my parents. The first day in Koli, with still a small meter of snow, I took them to the top of the mountain. I don’t have to mention that I didn’t take the most comfortable route: even my father (1,89 m) sacked a bit further down than where his knees were in the snow. In following order, Joensuu, Savonlinna, Mikkeli, Lappeenranta, Kotka, Nuuksio and Helsinki shall be remembered as my hometown, the city with the big castle, the city with the war museum, the city with the yacht harbour, the national park with gangways, the national park where we saw white-tailed deer and roe deer jumping over the road and the city where everything’s expensive. Because o yes, that didn’t change since the last time I was there.
It was a pleasant week together with (and payed by) my parents here in Finland. We said goodbye after visiting the island of Helsinki Zoo. The time had come for my parents to go back to Belgium, also for me the time had come... to call Ville, the head responsible of, among other things, the wildlife rescue centre inside of the zoo. We’ve found each other rather quickly and I got a full zoo uniform: shoes, pants, T-shirts, sweater, vest, rain jacket, badge and key were mine for the whole week. Ville guided me to the quarantine section of the zoo, situated on a peninsula attached to the main island of the zoo. The quarantine was housed in a very modern building, which also houses a professional wildlife rescue centre since 2007. Since Finland joined the European Union, the quarantine was significantly used less, because zoo animals from other zoos in the European Union didn’t have to go into quarantine any longer. Annually, the rescue centre hosts around thousand wild animals.
It was very interesting to see how the rescue centre was managed. Of course, there are many similarities with Flemish rescue centres, but there are some big differences to be noted as well. For example, the rescue centre doesn’t do any interventions: everything has to be caught and transferred by the fire brigade or the finders themselves. The animal is then transferred to the entrance staff of the zoo. Inside the zoo, a co-worker brings the animal from the entrance to the rescue centre. Another difference is that the rescue centre is solely run by staff members, without any volunteers.
Because Helsinki borders the Baltic Sea, (grey) seals regularly visit the centre. This was the ideal moment for me to learn how to handle with these animals. It was clear that you’d better let these bad boys alone in the wild: they’re really not as nice as they look like. Even young pups of under ten kilograms try to score a finger of the caretakers with a lot of passion. On this very moment, I can still count to ten, assisted by my fingers. I have to thank Anne, Paula and Andrea for that, who taught me the tricks of the trade in fast pace. Further, I also weaned (red) squirrels, transferred a tawny owl to a bigger cage, fed a lot of hedgehogs, helped with nursing a raven and played like a little kid with the pull-hatches of the empty inside cages. Once hosting lions and tigers, now an amazing luxury accommodation for a wildlife rescue centre.
“But why that title?” I hear you thinking. Well, during my stay in Helsinki Zoo, we had a seal who’s shit wasn’t particularly ‘dimensionally stable’. As a last try to get the guts going again, veterinarian Sanna came up with the brilliant idea to perform a stool transplantation. The procedure had known to have a lot of positive results with humans, so why wouldn’t it work with seals? Please try not to imagine this too visually: a probe went inside the unfortunate seal orally and anally, with on the other end a syringe with watered stool of a healthy seal pup. After injecting the substance, it was a fine art to take the probe on the right spots, to prevent any inconveniences for oneself. And guess what happened, now one month later? The seal is much better, and produces stool with a big S. If it really was the stool transplantation or the antibiotic treatment prior to the procedure that did the job, that’s the one million euro question. But in all probability, the animal will be released in a couple of months and that’s what counts.
The end of my Erasmus project is nearing, so as the end of this blog. You can still expect posts about my trip to the Baltic states, to Lapland (bis) ànd about the final goodbye to this wonderful adventure!